Prikje

Filerijden op een smal weggetje dat meestal niet leidt naar iets bijzonders. Aankomen op een overvolle, geïmproviseerde parkeerplaats, waar een verkeersregelaar je één van de weinige nog vrije plekjes aanwijst. Het doet me heel erg denken aan het parkeerterrein van een festival, aan lekker een hele dag in de open lucht naar bandjes kijken.

Even later. Een grote, drukke hal. Lange rijen waarvan de routes met paaltjes en linten gemarkeerd worden. Het licht aan het einde van de tunnel: iemand achter een computerscherm, die je identiteitsbewijs en een geprint formuliertje wil zien. Alsof ik weer eens op een luchthaven sta, op weg naar een vliegtuig dat me naar een ver, spannend en zonnig vakantieland gaat brengen.

Zo word ik even teruggeflitst naar twee van de onderdelen van “het oude normaal” die ik sinds maart 2020 het allermeest gemist heb. Maar ik sta in een fabriekshal in Helmond, om mijn eerste prikje tegen het coronavirus te gaan krijgen.

Voor mezelf ben ik eigenlijk helemaal niet zo bang voor het virus. Mijn vrouw Linda werd in december positief getest, was daarna wekenlang snipverkouden, we hebben amper afstand van elkaar gehouden, toch kreeg ik geen symptomen. Heb ik zelf corona gehad zonder klachten? Of ben ik er misschien gewoon niet zo vatbaar voor? Hoe dan ook: sindsdien vrees ik niet meer dat ik er zelf heel erg ziek van zou kunnen worden.

Toch wilde ik heel erg graag dit prikje. Het begin van het einde van een nachtmerrie. Vijftien maanden lang waren bijna alle mooie randverschijnselen van het leven ineens weg. De lijst met leuke plannen waar een streep doorheen ging, zag er steeds deprimerender uit. En met twee ouders en twee schoonouders in de risicogroep, ging ik me bij elk kuchje dat ik van ze hoorde toch een beetje zorgen maken.

Maar eindelijk was daar dat prikje. Ik vond het bijna teleurstellend dat ik er amper iets van voelde.

vaccin

Plaats een reactie